Toyota Auris (2018 year). Manual in Dutch — part 4

63

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Gebruik van een baby- of kinderzitje

Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is voor deze auto
vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (bij plotse-
ling remmen of bij een ongeval) ernstig letsel oplopen.

Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes

De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeval of bij
hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd
op de leeftijd en grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval
kan een kind dan de voorruit raken of klem komen te zitten tussen u en het
dashboard.

Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel geplaatst is. In
ongevallenstatistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen
oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij
op de voorstoel zitten.

Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand
ON staat. (

Blz. 53)

Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kracht waar-
mee de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.

Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje alleen op de voor-
passagiersstoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinder-
zitje dat aan de bovenzijde vastgemaakt moet worden, op de
voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet van bovenste bevesti-
gingspunten is voorzien. Zet de rugleuning zo ver mogelijk rechtop en de
stoel zo ver mogelijk naar achteren, omdat de voorpassagiersairbag met
aanzienlijke snelheid en kracht wordt geactiveerd. Hierdoor kan ernstig
letsel ontstaan.

Laat een kind niet met het hoofd of een ander lichaamsdeel tegen het por-
tier leunen of tegen dat deel van de stoel, de voor- en achterstijl of de dak-
zijrail leunen waarin de side airbag of de curtain airbag is ondergebracht,
ook niet als het kind in een baby- of kinderzitje zit. Anders kan het kind
ernstig letsel oplopen als bij een aanrijding de side airbags of de curtain
airbags worden geactiveerd.

Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant en controleer na het plaatsen van het zitje of het ste-
vig is bevestigd. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind bij hard
remmen of een ongeval ernstig letsel oplopen.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 63 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

64

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Als er kinderen in de auto aanwezig zijn

Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de
gordel dan door met een schaar.

Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is

Laat het zitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompartiment.

Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje een hoofdsteun is verwijderd, moet deze voor u wegrijdt altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard rem-
men of bij een ongeval letsel oplopen.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 64 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

65

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Veiligheidsgordels (bij een drie-
puntsveiligheidsgordel met blok-
keerautomaat (ELR) is een
blokkeerclip noodzakelijk)

ISOfix-bevestigingssysteem

Voor de buitenste zitplaatsen ach-
ter zijn lage bevestigingspunten
aanwezig. (Labels geven aan waar
de bevestigingspunten zich in de
stoelen bevinden.)

Bevestigingssteunen
(bovenste gordel)

De buitenste zitplaatsen achter zijn
voorzien van een bevestigings-
punt voor de bovenste gordel.

Plaatsen van baby- en kinderzitjes

Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinder-
zitje. Zet het baby- of kinderzitje stevig vast op de zitplaatsen
met de veiligheidsgordel of het ISOfix-bevestigingssysteem. Zet
het baby- of kinderzitje met de bovenste gordel vast.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 65 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

66

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje/kinderzitje

Plaats het zitje op de achter-
stoel, waarbij het kind naar
achteren kijkt.

Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.

Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.

Plaatsen van een baby- of kinderzitje met behulp van een veilig-
heidsgordel

1

2

3

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 66 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

67

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

In de rijrichting geplaatst kinderzitje

Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrich-
ting kijkt.

Als het baby- of kinderzitje niet
kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit,
verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje.
(

Blz. 197)

Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.

Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.

1

2

3

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 67 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

68

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Zitkussen

Plaats het zitje zodanig op de stoel dat het kind in de rijrichting
kijkt.

Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en plaatst u vervol-
gens het zitje. (

Blz. 197)

Plaats het kind in het zitje.
Zet het kind vast met de vei-
ligheidsgordel volgens de
aanwijzingen van de fabri-
kant van het baby- of kinder-
zitje en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of
de gordel niet gedraaid is.

Controleer of de schoudergordel goed over de schouder van het kind
loopt en het heupgedeelte zo laag mogelijk ligt. (

Blz. 38)

Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.

1

Met hoge rugleuning

Verhoging

2

Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 68 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

69

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.

Als het baby- of kinderzitje niet kan
worden geplaatst omdat er een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert
u de hoofdsteun en plaatst u ver-
volgens het zitje. (

Blz. 197)

Verwijder de bagageafdekking als het zitje een bovenste gordel
heeft. (

Blz. 461)

Bevestig de gespen aan de speciale stangen.
Steek de ISOfix-koppelingen in
de opening tot deze aan de
hiervoor

bedoelde

bevesti-

gingsstangen vergrendelen.

Als het zitje een bovenste gordel heeft, moet deze worden vastgezet aan
de bevestigingssteun.
Voer de lus aan de bovenzijde onder de hoofdsteun door.

Plaatsing met het ISOfix-bevestigingssysteem

1

2

3

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 69 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

70

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Zet de hoofdsteunen in de
hoogste stand.

Als het baby- of kinderzitje niet kan
worden geplaatst omdat er een
hoofdsteun in de weg zit, verwijdert
u de hoofdsteun en plaatst u ver-
volgens het zitje. (

Blz. 197)

Maak het baby- of kinderzitje
vast met de veiligheidsgordel of
met het ISOfix-bevestigingssys-
teem.

Verwijder de bagageafdekking. (

Blz. 461)

Maak de haak vast aan de
bevestigingssteun en maak de
bovenste gordel vast.

Voer de lus aan de bovenzijde
onder de hoofdsteun door.
Controleer of de bovenste gordel
goed vastzit.

Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel

1

2

3

4

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 70 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

71

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

U moet bij het plaatsen van het zitje gebruikmaken van een borgclip. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet
over een blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige:
Blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje
en zet het zitje goed vast.
Als het zitje niet goed wordt vastgezet, kunnen het kind of de overige
passagiers bij plotseling remmen of een aanrijding ernstig letsel oplopen.

Als het kinderzitje niet goed gemon-
teerd kan worden omdat de bestuur-
dersstoel in de weg zit, moet het
kinderzitje rechts achterin (auto's met
linkse besturing) of links achterin (auto's
met rechtse besturing) worden gemon-
teerd.

Verstel de voorpassagiersstoel zodanig
dat deze geen contact maakt met het
baby- of kinderzitje.

Plaats een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje alleen op de voor-
stoel als het niet anders kan.

Als er een in de rijrichting geplaatst
baby- of kinderzitje op de voorpassa-
giersstoel wordt geplaatst, moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren wor-
den geschoven en moet de hoofdsteun
van de stoel worden verwijderd.
Als dat niet wordt gedaan, kan er ern-
stig letsel ontstaan als de airbags geac-
tiveerd worden.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 71 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

72

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Gebruik nooit een tegen de rijrichting in
geplaatst baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel als de aan/uit-
schakelaar voor de airbag in stand ON
staat. (

Blz. 53)

Bij een ongeval kan het kind ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
voorpassagiersairbag wordt geacti-
veerd.

Een waarschuwingslabel op de zonne-
klep aan passagierszijde geeft aan dat
het niet is toegestaan om een tegen de
rijrichting in geplaatst baby- of kinder-
zitje op de voorpassagiersstoel te plaat-
sen.
In onderstaande afbeelding is het label
in detail te zien.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 72 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

73

1-1. Voor een veilig gebruik

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

WAARSCHUWING

Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst

Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.

Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplo-
pen.

Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.

Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.

Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.

Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.

Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan de bevesti-
gingspunten

Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of bij een aanrijding letsel oplopen.

Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is

Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Als er bij het plaatsen van een baby- of
kinderzitje een hoofdsteun is verwijderd, moet deze voor u wegrijdt altijd
worden teruggeplaatst. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij hard rem-
men of bij een ongeval letsel oplopen.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 73 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

74

1-1. Voor een veilig gebruik

UK AURIS_HB_EE

Belangrijke voorzorgsmaatregelen in

verband met uitlaatgassen

Uitlaatgassen bevatten stoffen die schadelijk zijn bij inademing.

WAARSCHUWING

Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleur-
loos en reukloos gas. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kunnen er uitlaatgassen
in de auto terechtkomen waardoor de bestuurder duizelig kan worden en een
ongeval kan veroorzaken, of waardoor de gezondheid van de inzittenden ern-
stig kan worden geschaad.

Belangrijke punten tijdens het rijden

Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is.

Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs als de achterklep gesloten is,
moet u de ruiten openzetten en de auto zo snel mogelijk laten nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.

Tijdens het parkeren

Als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet u de motor uitschakelen.

Laat de motor niet langdurig stationair draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto dan op een open plek en zorg
ervoor dat er geen uitlaatgassen in het interieur terecht kunnen komen.

Laat de motor niet draaien op een plaats waar sneeuw de afvoer van de
uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als zich sneeuw rond de auto
ophoopt terwijl de motor draait, kunnen uitlaatgassen zich verzamelen en
in de auto terechtkomen.

Uitlaatpijp

Het uitlaatsysteem dient regelmatig te worden gecontroleerd. Laat uw auto
nakijken en repareren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
bij gaten of scheuren als gevolg van corrosie of beschadigingen aan verbin-
dingsstukken, of bij een abnormaal geluid aan het uitlaatsysteem.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 74 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

75

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

1-2. Antidiefstalsysteem

Auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop:
Het controlelampje gaat knippe-
ren als de sleutel uit het contact-
slot is verwijderd, om aan te
geven dat het systeem is inge-
schakeld.
Het controlelampje stopt met knip-
peren als de geregistreerde sleu-
tel in het contactslot is gestoken
om aan te geven dat het systeem
is uitgeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Het controlelampje knippert nadat het contact UIT is gezet om aan te
geven dat het systeem in werking is.
Het controlelampje houdt op met knipperen als het contact in stand
ACC of AAN is gezet om aan te geven dat het systeem is uitgescha-
keld.

Startblokkering

De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transpon-
derchips die voorkomen dat de motor gestart kan worden met
een sleutel die niet in een eerder stadium geregistreerd is in de
boordcomputer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar
absolute beveiliging tegen elke vorm van diefstal kan niet wor-
den gegarandeerd.

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 75 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

76

1-2. Antidiefstalsysteem

UK AURIS_HB_EE

Onderhoud van het systeem

De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.

Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt

Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden

Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip
van een andere auto wordt gehouden

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 76 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

99

1-2. Antidiefstalsysteem

1

Veil
igh
eid en

b

eveili
gin
g

UK AURIS_HB_EE

Met licht en geluid worden alarmsignalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geactiveerd:

Als een vergrendeld portier wordt ontgrendeld of geopend zonder
gebruik te maken van de instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. (De portieren zullen automatisch opnieuw wor-
den vergrendeld.)

De motorkap wordt geopend.

Sluit de portieren, de achterklep
en de motorkap en vergrendel alle
portieren met de instapfunctie
(indien aanwezig) of de afstands-
bediening. Na 30 seconden wordt
het systeem automatisch inge-
schakeld.

Het systeem is ingeschakeld zodra
het controlelampje niet meer con-
stant brandt maar knippert.

Alarm

: Indien aanwezig

Het alarm

Inschakelen van het alarmsysteem

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 99 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

100

1-2. Antidiefstalsysteem

UK AURIS_HB_EE

Deactiveer of schakel het alarm uit volgens een van de onderstaande
manieren:

Ontgrendel de portieren met de instapfunctie (indien aanwezig) of
de afstandsbediening.

Start de motor. (Het alarm wordt na enkele seconden gedeactiveerd
of uitgeschakeld.)

Onderhoud van het systeem

De auto is voorzien van een onderhoudsvrij alarmsysteem.

Zaken die gecontroleerd moeten worden alvorens de auto te vergrende-
len

Controleer onderstaande zaken om ongewild activeren van het alarm en dief-
stal te voorkomen:

Er is niemand in de auto.

De ruiten zijn gesloten voordat het alarm wordt ingeschakeld.

Er zijn geen waardevolle spullen of persoonlijke zaken in de auto achterge-
bleven.

Deactiveren of uitschakelen van het alarm

AURIS_OM_Europe_OM12F88E.book Page 100 Monday, April 9, 2018 2:24 PM

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Была ли эта страница вам полезна?
Да!Нет
Большое спасибо!
Ваше мнение очень важно для нас.

Нет комментариевНе стесняйтесь поделиться с нами вашим ценным мнением.

Текст

Политика конфиденциальности